Ont-mijnen…
MORDOR, die dag. Diep in Nevelbergen klinkt vanuit de dichte, stinkende mist een miezerig stemmetje. Net boven het geborrel van de zwavelbronnen uit, stijgt het bezwerende gezang van een onooglijk schepsel, klein en bleek, dat zich kronkelt rond het voorwerp van zijn absolute adoratie : Een gouden ring. Als je goed luistert, ontwaar je uit zijn slijmerige bek de woorden : “Lieveling, MIJN lieveling…”
Sméagol, het wezentje dat je hier ontmoet, vermoordde zijn broer Déagol om de ring in zijn bezit te krijgen. Hij is helemaal in de ban van de waarde die hij aan de ring toekent. Dat hij er iemand het leven voor ontnam, vergeet hij voor het gemak even. Het ding heeft hem betoverd, en hoewel het hem helemaal uitholt, is hij er ziekelijk verslingerd aan. Zijn hele wezen wordt erdoor bepaald. Hij kàn aan niets anders nog denken of aandacht besteden… zijn lieveling, zijn ring, zijn ALLES.
“Mijn lieveling… MIJN… ” Hij bezingt zijn geliefde met de bezitterigheid van een jaloerse minnaar, die lijdt onder het bedrog dat zich nooit zal voordoen.
Je vraagt je af wat hij in een dor en onherbergzaam gebied kàn met zo’n ding als een gouden ring. Wat moet het hem van toegevoegde waarde brengen? Hij eet verse vis die hij met de hand vangt en rauw verslindt. Hij heeft nauwelijks kleren nodig en er is in de verste verten geen ander levend wezen te bespeuren. Behalve de ingebeelde macht die hij aan zijn lieveling ontleent, brengt de ring hem niets dan aftakeling en verzieking… iets wat hij zelf niet in de gaten heeft.
Diezelfde dag in de Colruyt : Diep in de elementair ingerichte, kale afdeling “huishoudelijke toebehoren” van de Colruyt, klinkt een gesmoorde kreet. Julia heeft een pak WC papier uit de rekken kunnen grissen . Ze had even haar pas versneld, en kon het nog net wegpietsen van voor de neus van een verbouwereerde Werner, die zijn zinnen op dezelfde begeerlijke prooi had gezet. In haar graaihaast raakt de verpakking zijn voorhoofd, gelukkig heeft het pakketje een zachte inhoud. “Teve”, sist hij woedend want het was het laatste in voorraad en hij zag haar niet aankomen. Julia kan haar triomfkreet nauwelijks intomen.
Ze vervolgt haar weg zachtjes neuriënd, terwijl ze haar blik verliefd op de buit in haar winkelwagentje laat rusten : “Lieveling, MIJN Lieveling, MIJN Rol, …” Het laat haar Siberisch koud wat een ander denkt, voelt of nodig heeft. In deze wereld help je in de eerste plaats jezelf. Zo werd ze ook opgevoed : “Het is elk voor zich, kindje”, zei haar grootmoeder destijds. En zo heeft ze een perfect excuus om zich van een ander niks aan te trekken. Het recht van de sterkste, de rapste… is hier de wet. Ze meet zich de tred aan van een winnaar en wringt haar gezicht in iets wat op een voldane glimlach zou moeten lijken, een verwoede poging om te voorkomen dat er iets aan haar zou knagen.
Mordor, waar “In de ban van de ring” zich afspeelt en de Colruyt, een echt en hedendaags tafereel : Misschien linkt u ze niet meteen aan elkaar en toch zijn ze heel erg verwant. Behalve een andere setting en verschillende personages gaat het in de twee scènes over één en hetzelfde fenomeen : Onze verafgoding van wezenloze materie en de betekenis die we er aan toekennen. De o zo begeerlijke Ring van Tolkien werd in het actuele Corona gebeuren een ROL, een duffe en banale WC-rol.
En allebei, RING én ROL, hebben ze hetzelfde effect op degene die ze zo begeert : Alles en iedereen moet ervoor wijken. Wie het waagt tussen de jager en zijn prooi te gaan staan, moet er aan geloven. Genieten van mooie en lekkere dingen, daar is op zich helemààl niets mis mee, wel integendeel. Het wordt pas een probleem als we denken dat het ok is om er onze medemens voor te vertrappelen. En daar wringt nu net het schoentje…
Ring/ RoL, wat het symbool ook moge zijn, alles draait rond dat ene sleutelwoord, die passe-par-tout die ons leidt naar de bron van ons lijden: “MIJN”. Het is een allesomvattend begrip geworden, een term die ons in de tang houdt en die overal de hoofdrol in speelt. Zelfs onze ellende willen we compleet bezitten : “Het is wel MIJN probleem hé?” Absurder wordt het niet.
Er zijn zoveel “MIJNEN” in het spel, dat we elkaar en onze samenleving ondermijnen. Onze bezitsdrang en hebzucht hollen ons leven en onze wereld uit, ze vreten aan ons en woekeren als een kankergezwel. Voor “MIJN” moet heel veel wijken, zelfs de gezondheid van de bezitter.
Tolkiens “The Lord of the Rings” – Wie het boek niet heeft gelezen of de legendarische filmtrilogie van Peter Jackson niet heeft gezien, is een gelukkig mens : Een schatkist die je nog mag ontdekken ! Wat de verfilming betreft : Alleen al de indrukwekkende cast is een goeie reden om hier even voor te gaan zitten : Liv Tyler, Viggo Mortensen, Cate Blanchett… maar een paar klinkende namen die deze rijke sage gestalte geven. Maar vooral : Dit verhaal toont ons de destructieve kracht van onze allesverslindende hebzucht. Terwijl we denken dat macht zo belangrijk voor ons is, verliezen we uit het oog waar het echt om gaat.

Wat “groei als mens” en “collectief groeien als mensheid” had moeten zijn, wordt alleen nog maar vertaald in termen van economische groei : De uitbreiding van onze portefeuilles, bedrijven en imperiums. Er waren eerder al signalen dat het zich wel es zou wreken, dat “focussen op hebbedingetjes”. Toch zijn we onverstoorbaar blijven doorgaan. Burn Out’s , kankers en andere zware aandoeningen, klimaat kwesties, vervuiling… het kon ons allemaal niet stoppen. Met een niets ontziend tempo en een onsterfelijke verwaandheid bleven we jagen. Nu zijn we zover. De blikopener is geland in de vorm van een virus. Het zat er al een tijdje aan te komen. We worden ter orde geroepen.
En , o ironie ! Een miezerig klein stofje geeft ons een gigantische dreun op ons bakkes en doet al onze “zekerheden” op hun grondvesten daveren. Minuscuul met mega impact. Het is zo klein en geniepig dat de paniek zich al snel liet voelen. Mensen deden in hun angst en vanuit de hun zo onbewuste reflexen de gekste dingen.
Je kunt dan wel lachen mét of verontwaardigd zijn over de Julia’s die WC rollen hamsteren maar als je er echt en oprecht naar kijkt, is het niks anders dan een uitvergroting van dezelfde zotheid waar ons hele systeem om draait. We kunnen Smeagol verachtelijk en verwerpelijk vinden en toch hebben wij allemaal, elk op onze eigen manier, een ring om buitenproportioneel te adoreren. Het virus (wat ook zijn oorsprong is) en de lockdown die het afdwong, zijn een uitgelezen kans om uit de tredmolen te stappen en rustig om ons heen te kijken.
We zijn er namelijk flink ingestonken. De woorden van de fameuze Darwin werden uit de context gelicht en ten bate van een aantal gulzige slokoppen ingezet : Dat is nu eenmaal “het recht van de sterkste…” Geen enkele ernstige bioloog zal beweren dat de natuur zich regelt bij wet van concurrentie, en dat heeft Darwin al zeker niet gedaan. Het is een slimme vergoelijking voor gemene inhaligheid. Niet competitie en concurrentie maar coëxistentie en samenwerking zijn onze kracht, en het recht van de sterkste. Ik ben sterker in dit, en jij dan weer in iets anders, samen komen we verder.
Moge deze pandemie, moge dit vieze Corona beest dat al vele lieve levens heeft gekost, ons finaal de ogen openen. Met een beetje geluk blijft het dit keer niet bij een Social Media Hype en komen we echt tot hogere levels van zijn. En dat begint eigenlijk met (al was het maar een beetje) ont-mijnen…
Vavavoom by Ilse Gysel View All →
Gecertifieerd holistisch Coach , PAVA-coach Innerlijk Leiderschap, Stress & Burn Out Coach, Belbin Team Rollen Master, NLP Master, Feldenkrais lichaamstherapie