2020…
Oudjaar 2019… Djamil heeft zijn dagje niet. Zijn blote voeten voelen vandaag extra pijnlijk aan op de koude Parijse straatstenen. Zijn knappe gezicht met brede jukbeenderen verkrampt bij elke behoedzame stap. Koortsachtig scant hij de omgeving. Zijn lijf trilt ongecontroleerd en zijn hele zijn is op overleving gericht… en op de “fix” die hij nodig heeft. Nu, zo snel mogelijk.
Zijn koolzwarte ogen vinden eindelijk de dealer, iets verder in de straat, nonchalant tegen een lantaarnpaal geleund. Djamil klampt hem aan en krijgt een grijnzend hoofdschudden als antwoord op zijn smeekbede : Op de vooravond van een nieuw jaar is alles wat duurder… feest voor iedereen, de rijken zijn vandaag vast iets guller…
Een paar kilometer verderop heerst een andere bedrijvigheid. Op de Champs – Elysées wordt alles in gereedheid gebracht voor een spectaculair aftelmoment ter afscheid van ouwe heer Deumildisneuf. Tegelijk zullen die tien – uiterst feestelijke – seconden de entrée inluiden van een veelbelovende jongedame : Mademoiselle Vingt Vingt. Het wordt een lichtshow met prachtige projectie op de “Arc de Triomphe” gevolgd door een indrukwekkend vuurwerk. Voor wie het al goed had, worden kosten nog moeite gespaard.
Het is een drukte van jewelste. Honderen combi’s rukken aan en spuwen telkens zes ultra gefocuste agenten uit, die in geen tijd de Elyzese velden omtoveren tot een zwaar gebarricadeerde veiligheidszone. Straks verschijnen hier tienduizenden warm geklede, verwachtingsvolle, vrolijke vierders. Terwijl “all you need is love” door de luidsprekers knalt, oefenen in een zijstraatje een troep gele hesjes hun protestgezangen als een enthousiast kwispelend knapenkoor.
Korte tijd en ettelijke honderduizenden gespendeerde euro’s later zal alles voorbij zijn…

Tot een paar uur na middernacht was Djamil nog op jacht. De feestende medemens werd intussen te zat om nog aandacht – laat staan geld – aan hem te besteden. Ooit was hij één van hen, maar door slechte betalers raakte zijn onderneming in het slop. Hij had gedacht dat het niet fout kon lopen, en het had ook echt niet aan hem gelegen. Door God en klein Pierke – zijn geliefde incluis – in de steek gelaten, kwam hij op straat terecht. Eerst was hij nog flink dapper geweest, en hoopvol … dat ook, maar het rauwe leven op straat had hem genekt. Nu brengen alleen nog drank en een occasionele drug verlichting van de pijn in deze hel.
Uitgeput en ineengezegen tegen een muur ziet hij een paar dames, zwalpend op hun hoge hakken, terugkeren uit het feesttafereel. Ze lopen achteloos kirrend aan hem en zijn lotgenoten voorbij. Een man, van wie niet duidelijk is of hij bij het gezelschap hoort, stopt ‘m dan toch vijf euro toe… hij kreunt dankbaar en vermoeid. Naast hem vecht een oud dametje voor haar leven. Haar kinderen kijken niet naar haar om, ze had het maar anders moeten aanpakken…
De Notre Dame hult zich van schaamte in een dikke mist, als een dame die haar naaktheid verbergt in een peignoir, bij het aanschouwen van dit tafereel. Ze begrijpt de wereld niet, met al haar contrasten en ongelijkheden. Elke dag verbaast ze zich er over : “Liberté, égalité, fraternité “… wat is er nog van die mooie idealen aan?
Ook voor haar is het een nogal woelige periode geweest. Sinds dit jaar weet ze het wat het is om zo goed als alles te verliezen. Ooit was ze één en al pracht en praal en keek ze vol trots op haar Parijse onderdanen neer. Nu is ze het grootste deel van haar rijkdom kwijt. Is het daarom dat ze zo intens met Djamil mee kan voelen? Ze had hem het liefst in haar armen gesloten en hem onderdak geboden. Helaas kan zelfs zij – ooit de rijkste dame van de stad – dat niet meer.

Toch focust ze zich op dat sprankeltje hoop dat haar nog rest. Ondanks haar lot en haar vertwijfeling heeft ze besloten om zich gelukkig te voelen, en zich te richten op de mensen die ( zoals die ene man) wél naar hun broeder kijken, hem gelijkheid en vrijheid wensen. Want dat is het : Structureel verandert een aalmoes niks, maar het is wel een gebaar van “ik wens het je toe” en een boodschap van “ik wil ook een wereld waarin iederéén vrij en blij kan zijn.”
Ik ben het met haar eens. Ik ben het eens met de grote dame die – ondanks haar tegenslag – in alle waardigheid blijft staan. Ik tel mijn zegeningen en ben gelukkig met wat mij toevalt. Sinds ik getuige mocht zijn van zijn strijd, denk ik elke dag aan Djamil en of hij nog zou leven. Ik voel me niet schuldig, hoogstens machteloos. Er rest maar één vraag : Als ik al niks kan doen aan zijn situatie, wat kan ik dan wél doen?
Het antwoord? 2020 wordt voor mij een jaar van focus op wat goed gaat, op wat te redden valt en op hoe we dat samen in alle vrolijkheid voor elkaar krijgen. Doe je mee? Ik wens je hoe dan ook ,van harte, een heerlijk 2020…
Vavavoom by Ilse Gysel View All →
Gecertifieerd holistisch Coach , PAVA-coach Innerlijk Leiderschap, Stress & Burn Out Coach, Belbin Team Rollen Master, NLP Master, Feldenkrais lichaamstherapie
Liefste Ilse, jouw verhaal heeft me echt ontroerd. Zo herkenbaar ook. Ik stel me dikwijls dezelfde vraag als ik van het station in Brussel naar mijn werk stap en iets in het potje gooi die de dakloze voor zich heeft staan. “Heeft die aalmoes wel zin? Kan ik niet meer doen?” Laat ons samen van 2020 een mooi jaar maken waarin we lief zijn voor elkaar en onszelf ♥
LikeLike
waauw sis !
LikeLike